Waar begin je een reisverslag, Op Schiphol?

Nadat ik thuis ben opgehaald door Menno ontmoeten we de rest van de reisgenoten op de luchthaven. Hanjo en Johann zijn er al en staan in de rij voor de check-in.
Als we door de security check zijn mogen we na een uurtje wachten het toestel in en nemen plaats in de riante stoelen van de easyjet economy class… We taxiën naar de startbaan en away we go, op naar Catania Sicilië.

Na de landing worden we opgewacht door Peter die met een huurauto klaarstaat om ons door de nauwe straatjes en het drukke verkeer te loodsen, de Italianen rijden als gekken maar Peter heeft zich in de afgelopen dagen de lokale rijtechniek eigen gemaakt, vooral de claxon is een belangrijk instrument om een veilige reis te garanderen.
Dit is de tweede keer dat ik in Italië ben en ook nu weer verbaas ik me over de sjofele conditie van de bebouwing. Overal hangen er kabels en buizen uit de huizen, bladdert er verf van de muren en hangen vermolmde deuren in verroeste hengsels.

Toch komen we ongeschonden in de haven en gaan aan boord van de Passion.
Ik ben al een hele tijd niet meer aan boord geweest maar alles voelt direct vertrouwd aan, ik ken dit schip al vanaf de eerste reis en heb het in de loop der jaar zien veranderen van wedstrijdschip tot snelle comfortabele toerboot.
Ik moet wel wennen aan de bimini op het achterdek, een stukje comfort dat in deze contreien onmisbaar is, zowel als zonnescherm als schuilplaats voor de regen. In mijn hoofd vormt zich de vergelijking met een bushokje, ik noem het dus maar een abri, lijkt me toepasselijk en is makkelijker uit te spreken.

Nadat we zijn ingescheept brengen Hanjo en Peter de huurauto terug en gaan Menno, Johann en ik alvast een beetje passagieren.
In Catania/Italië is men ruimdenkender dan ik had verwacht, in een winkelstraat staat een automaat met cannabis, je kan hier voor een tientje een gram wiet uit de automaat halen, ook andere attributen als grinders, tips en lange vloeipapiertjes zijn uit de automaat verkrijgbaar. Mijn mond valt open van verbazing. Maar beter zo dan het aan de georganiseerde misdaad overlaten, daar hebben ze in dit land genoeg ervaring mee lijkt me. Aan de overkant van het plein, precies tegenover de wietautomaat staan een paar bewapende militairen paraat. Een beeld dat je tegenwoordig helaas overal in Europa tegenkomt.

We nemen plaats op een terrasje en bestellen een drankje, ik neem een biertje en de meiden een dames drankje. Mijn biertje is voorzien van een grappig beeldmerk, een mannetje met een groen hoedje, ik mag het drinken uit het bijgeleverde plastic wegwerp bekertje, 66 cl in de fles, ook weer zoiets afwijkends. Als ik terugkom van een kleine boodschap staat er een nieuw 66 cl groen hoedje op me te wachten. Ik ben niet zo’n grote drinker maar drink toch dapper door.
Tegenover het terras staat een fiets geparkeerd met in een mandje op de bagagedrager drie schattige hondjes, een fotogeniek beeld dat ik snel even vastleg.
Ondertussen begint het groene hoedjesbier een beetje op te spelen, 132 cl bier in korte tijd is niet iets wat mijn reine lichaam aankan…
Eigenlijk voel ik me beroerd, het bier valt niet goed en ik wil naar bed, wil dat het ophoud. Ik drink nooit meer dat groene hoedjesbier besluit ik…

‘S avonds gaan we eten in een gelegenheid waar Hanjo en Peter hoog van opgeven, maar voordat we de gelegenheid hebben gevonden moeten we eerst dertig keer door dezelfde straten rondjes lopen en zijn we er al een paar keer langs geweest…
Lekker en goed eten, dat kan je wel aan de Italianen overlaten, ik drink voor de gelegenheid ook maar wijn, niet lekker maar ik wil even geen bier.

Dag 2

Eindelijk het water op!
Een grauwe bewolking omsluierd het land, de wind is best fris te noemen en de zon laat zich niet zien. Toch moeten we verder, we gaan op weg naar Rochelle Ionica.

Onderweg zien we om ons heen de wolken zich opbouwen tot flinke cumulonimbus, zowel boven land als op zee. Boven land zien we aan bakboord onweersflitsen in de bergen inslaan en een minuut later bereikt ons het geluid van rollende donder. We hopen dat het onweer lekker aan land blijft.
Toch is het best spannend want over stuurboord ontwikkelen zich op zee ook de dreigende onweerswolken. We varen als het ware in een droog straatje tussen het onweer op land en de ontwikkelende buien verder op zee.
Een van de wolken op zee heeft een diep donkere onderkant en we zien dat zich daar een waterhoos bevindt, de kolkende slurf tussen de wolk en de zee groeit, krimpt en beweegt wild onder de inktzwarte onderrand.
De motor is al bijgezet om ons meer kans te geven ongeschonden de bestemming te bereiken. Aan boord zijn er twee kooitjes van Faraday, de oven en de magnetron, uit voorzorg leggen we onze telefoons in de magnetron, kunnen we in ieder geval iemand bellen mocht de bliksem inslaan.
Ons straatje blijft vooralsnog schoon en droog, de lucht boven ons is vergeven van de instabiele bewolking, de cirrus waaiert alle kanten op.
De tocht is zo’n 80 mijl lang en op de een of andere manier blijven we in het schone straatje varen tot we ongeschonden de veilige haven van Rochelle bereiken.

Nadat we hebben aangelegd en de haven formaliteiten zijn voldaan gaan we het stadje verkennen. Minder druk dan Catania maar net zo rommelig voor het oog is het hier. Peter en Hanjo stiefelen snel om een geschikt restaurant te vinden, weer vis vrees ik. Ik ben carnivoor maar eet thuis minstens een keer per week vis. Op z’n Hollands wel te verstaan, een scholletje, kibbeling, een harinkje, Zeeuwse mosselen, Hollandse garnaaltjes, heerlijk! Maar hier moet de vis blijkbaar vooral flauw zijn. Inktvis is aan mij niet besteed, het heeft verdomd weinig smaak en ziet er ook al niet aantrekkelijk uit.
Dit is natuurlijk mijn persoonlijke smaak (waarover niet te twisten valt) maar ik vind de liflafjes hier overgewaardeerd.
En als dan de menukaart onleesbaar is en het bedienend personeel de Engelse taal onmachtig is het maar de vraag wat je op je bord krijgt.

Maar we hebben ontzettend veel lol, en daar gaat het om!

Dag 3

Wederom vroeg uit de veren want we moeten verder, Crotone is vandaag het doel en ook nu weer zullen we een hele dag langs de zool van de Italiaanse laars varen.
Het weer is niet veel beter geworden, de wind is gewoon fris en de zon laat zich maar met mate zien. Het is half mei en het weer is in heel Europa een beetje van slag, misschien zelfs wel globaal, maar dat is een ander onderwerp waar ik mijn vingers niet aan wil branden.
Nadat we de haven hebben verlaten kunnen we nog geen zeil zetten wegens gebrek aan wind. Op de motor dan maar, de Yanmar ronkt dat het een lust is en met de stuurautomaat op wacht zitten we in de kuip te ouwehoeren, te lachen en te chillen.
Ineens ziet iemand dolfijnen!
Het is niet mijn eerste keer en hopelijk ook niet de laatste, maar iedere keer als deze zeezoogdieren ons vergezellen is én bijzonder én emotioneel én spectaculair. De kleine school zwemt om ons heen, ze gaan onder de boot door, springen boven het water en duikelen alle kanten op. Een drietal zwemt langs de boeg en speelt met de boot. De kracht waarmee ze snelheid ontwikkelen zit hem in de staart en is buitengewoon indrukwekkend. Het zijn niet zulke grote dolfijnen, ik schat ze op een meter of anderhalf. We staan op de boeg en ik film het spektakel met mijn telefoon. Nog een paar ferme slagen van het stel vooraan en na een minuut of vijf verdwijnen ze weer net zo snel als ze gekomen waren in de azuur blauwe diepte.

Met verhoogde hartslag gaan we de kuip weer in, nagenieten.
Tijd voor een zoete versnapering. Ik heb een doos dropjes meegenomen en Johann ziet zijn kans schoon deze Hollandse heerlijkheid aan te breken.
Wie wil er een dropje? Iedereen steekt zijn hand op, iedereen een dropje.
Dropjes en dolfijnen! Wat een dag.

Plots spuugt Hanjo het dropje uit in zijn hand, nee, het is niet zijn dropje maar het is de kroon van zijn kies die in zijn hand ligt. Gvd! “Mijn kies ligt er uit” jammert de schipper. Hij opent zijn hand en we zien een witte kroon liggen. Oh oh! Denk ik, het is mij ook eens gebeurt dat door het kleverige goedje een vulling uit mijn kies losliet. Maar nogal vervelend zo midden op zee.
Hanjo staart met een wazige blik naar de kroon in zijn hand en dan, met een achteloos gebaar, werpt hij de kroon over zijn schouder de anderhalf kilometer diepe zee in.
“Nee!” Roept Peter, die in een vorig leven een soort van tand technieker is geweest “die kan de tandarts er nog wel in zetten…”, “Die hád de tandarts er nog in kunnen zetten” verbeterd Menno hem terwijl de kroon op dat moment nog bezig is met zijn afdaling naar de donkere dieptes van de Middellandse zee.
Hanjo kijkt nog steeds een beetje verdwaast maar wij moeten ongegeneerd en onbedaarlijk lachen om de situatie. Vanaf dat moment is het woord kroon de rode draad vandaag, wij waren de kroongetuigen, u leest het kroonverslag.

We blijven op de uitkijk naar dolfijnen, maar die laten zich vandaag niet meer zien, en als we na een lange dag varen een plaatsje in de haven van Rochelle Ionica hebben gekregen wordt Hanjo door de allervriendelijkste havenmeester even met de auto naar de lokale tandarts gebracht.
Als hij na een klein uurtje terugkomt heeft hij een afspraak; morgenochtend om 9 uur. Dat betekent dat we morgen dus niet uitvaren maar een dagje passagieren voor de bemanning en een tandartsbehandeling voor de schipper krijgen.

 

We nemen plaats op een terrasje en bestellen een drankje, ik neem een biertje en de meiden een dames drankje. Mijn biertje is voorzien van een grappig beeldmerk, een mannetje met een groen hoedje, ik mag het drinken uit het bijgeleverde plastic wegwerp bekertje, 66 cl in de fles, ook weer zoiets afwijkends. Als ik terugkom van een kleine boodschap staat er een nieuw 66 cl groen hoedje op me te wachten. Ik ben niet zo’n grote drinker maar drink toch dapper door.

Tegenover het terras staat een fiets geparkeerd met in een mandje op de bagagedrager drie schattige hondjes, een fotogeniek beeld dat ik snel even vastleg.

Ondertussen begint het groene hoedjesbier een beetje op te spelen, 132 cl bier in korte tijd is niet iets wat mijn reine lichaam aankan…

Eigenlijk voel ik me beroerd, het bier valt niet goed en ik wil naar bed, wil dat het ophoud. Ik drink nooit meer dat groene hoedjesbier besluit ik…

‘S avonds gaan we eten in een gelegenheid waar Hanjo en Peter hoog van opgeven, maar voordat we de gelegenheid hebben gevonden moeten we eerst dertig keer door dezelfde straten rondjes lopen en zijn we er al een paar keer langs geweest…

Lekker en goed eten, dat kan je wel aan de Italianen overlaten, ik drink voor de gelegenheid ook maar wijn, niet lekker maar ik wil even geen bier.

 

Dag 2

Eindelijk het water op!

Een grauwe bewolking omsluierd het land, de wind is best fris te noemen en de zon laat zich niet zien. Toch moeten we verder, we gaan op weg naar Rochelle Ionica.

Onderweg zien we om ons heen de wolken zich opbouwen tot flinke cumulonimbus, zowel boven land als op zee.

Boven land zien we aan bakboord onweersflitsen in de bergen inslaan en een minuut later bereikt ons het geluid van rollende donder. We hopen dat het onweer lekker aan land blijft.
Toch is het spannend want over stuurboord ontwikkelen zich op zee ook de dreigende onweerswolken. We varen als het ware in een droog straatje tussen het onweer op land en de ontwikkelende buien verder op zee.

 

Een van de wolken op zee heeft een diep donkere onderkant en we zien dat zich daar een waterhoos bevindt, de kolkende slurf tussen de wolk en de zee groeit, krimpt en beweegt wild onder de inktzwarte onderrand.

De motor is al bijgezet om ons meer kans te geven ongeschonden de bestemming te bereiken. Aan boord zijn er twee kooitjes van Faraday, de oven en de magnetron, uit voorzorg leggen we onze telefoons in de magnetron, kunnen we in ieder geval iemand bellen mocht de bliksem inslaan.

Ons straatje blijft vooralsnog schoon en droog, de lucht boven ons is vergeven van de instabiele bewolking, de cirrus waaiert alle kanten op.

De tocht is zo’n 80 mijl lang en op de een of andere manier blijven we in het schone straatje varen tot we ongeschonden de veilige haven van Rochelle bereiken.

 

Nadat we hebben aangelegd en de haven formaliteiten zijn voldaan gaan we het stadje verkennen. Minder druk dan Catania maar net zo rommelig voor het oog is het hier. Peter en Hanjo stiefelen snel om een geschikt restaurant te vinden, weer vis vrees ik. Ik ben carnivoor maar eet thuis minstens een keer per week vis. Op z’n Hollands wel te verstaan, een scholletje, kibbeling, een harinkje, Zeeuwse mosselen, Hollandse garnaaltjes, heerlijk! Maar hier moet de vis blijkbaar vooral flauw zijn. Inktvis is aan mij niet besteed, het heeft verdomd weinig smaak en ziet er ook al niet aantrekkelijk uit.
Dit is natuurlijk mijn persoonlijke smaak (waarover niet te twisten valt) maar ik vind de liflafjes hier overgewaardeerd.

En als dan de menukaart onleesbaar is en het bedienend personeel de Engelse taal onmachtig is het maar de vraag wat je op je bord krijgt.

 

Maar we hebben ontzettend veel lol, en daar gaat het om!

 

Dag 3

 

Wederom vroeg uit de veren want we moeten verder, Crotone is vandaag het doel en ook nu weer zullen we een hele dag langs de zool van de Italiaanse laars varen.

Het weer is niet veel beter geworden, de wind is gewoon fris en de zon laat zich maar met mate zien. Het is half mei en het weer is in heel Europa een beetje van slag, misschien zelfs wel globaal, maar dat is een ander onderwerp waar ik mijn vingers niet aan wil branden.

Nadat we de haven hebben verlaten kunnen we nog geen zeil zetten wegens gebrek aan wind. Op de motor dan maar, de Yanmar ronkt dat het een lust is en met de stuurautomaat op wacht zitten we in de kuip te ouwehoeren, te lachen en te chillen.

Ineens ziet iemand dolfijnen!
Het is niet mijn eerste keer en hopelijk ook niet de laatste, maar iedere keer als deze zeezoogdieren ons vergezellen is én bijzonder én emotioneel én spectaculair. De kleine school zwemt om ons heen, ze gaan onder de boot door, springen boven het water en duikelen alle kanten op. Een drietal zwemt langs de boeg en speelt met de boot. De kracht waarmee ze snelheid ontwikkelen zit hem in de staart en is buitengewoon indrukwekkend. Het zijn niet zulke grote dolfijnen, ik schat ze op een meter of anderhalf. We staan op de boeg en ik film het spektakel met mijn telefoon. Nog een paar ferme slagen van het stel vooraan en na een minuut of vijf verdwijnen ze weer net zo snel als ze gekomen waren in de azuur blauwe diepte.

Met verhoogde hartslag gaan we de kuip weer in, nagenieten.
Tijd voor een zoete versnapering. Ik heb een doos dropjes meegenomen en Johann ziet zijn kans schoon deze Hollandse heerlijkheid aan te breken.

Wie wil er een dropje? Iedereen steekt zijn hand op, iedereen een dropje.

Dropjes en dolfijnen! Wat een dag.

Plots spuugt Hanjo het dropje uit in zijn hand, nee, het is niet zijn dropje maar het is de kroon van zijn kies die in zijn hand ligt. Gvd! “Mijn kies ligt er uit” jammert de schipper. Hij opent zijn hand en we zien een witte kroon liggen. Oh oh! Denk ik, het is mij ook eens gebeurt dat door het kleverige goedje een vulling uit mijn kies losliet. Maar nogal vervelend zo midden op zee.

Hanjo staart met een wazige blik naar de kroon in zijn hand en dan, met een achteloos gebaar, werpt hij de kroon over zijn schouder de anderhalf kilometer diepe zee in.

“Nee!” Roept Peter, die in een vorig leven een soort van tand technieker is geweest “die kan de tandarts er nog wel in zetten…”, “Die hád de tandarts er nog in kunnen zetten” verbeterd Menno hem terwijl de kroon op dat moment nog bezig is met zijn afdaling naar de donkere dieptes van de Middellandse zee.

Hanjo kijkt nog steeds een beetje verdwaast maar wij moeten ongegeneerd onbedaarlijk lachen om de situatie. Vanaf dat moment is het woord kroon de rode draad in onze reis, wij waren de kroongetuigen, u leest het kroonverslag.

 

We blijven op de uitkijk naar dolfijnen, maar die laten zich vandaag niet meer zien.

 

Als we na een lange dag varen een plaatsje hebben gekregen in de haven van Rochelle Ionica wordt Hanjo door de allervriendelijkste havenmeester even met de auto naar de lokale tandarts gebracht.

Als hij na een klein uurtje terugkomt heeft hij een afspraak; morgenochtend om 9 uur. Dat betekent dat we morgen dus niet uitvaren maar een dagje passagieren voor de bemanning en een tandartsbehandeling voor de schipper krijgen.