Het was weer tijd om de prachtige baai van Golfe de Rondinara te verlaten en over te steken van Corsica naar Sardinië. We moeten namelijk terug naar Nederland omdat Hanjo een week naar Zuid-Afrika gaat met een groep van negen ondernemers. Ik had natuurlijk wel op de boot kunnen blijven, maar aangezien mijn vriendinnen Ellen, Diana en Bianca volgende week jarig zijn of hun verjaardag vieren, ben ik blij dat ik er toch bij kan zijn. De 16 mijl van onze reis terug naar het Noordelijkste punt van Sardinië waar het plaatsje Santa Teresa di Gallura ligt verliep prima. We hebben er 2,5 uur over gedaan en kwamen binnen lopen in het gezellige stadje dat ook de thuishaven van de veerboten tussen Bonifacio op de zuidpunt van Corsica en dit stadje is.

Bij binnenkomst in de haven werden wij welkom geheten door Marc van de eerste jachtwerf, Marc Yachting. Hij is zelf enthousiast ondernemer die probeert om zoveel mogelijk de boten tegemoet te varen zodat hij ze een ligplaats aan zijn steigers kan aanbieden. Naast onze steiger begint de haven van de grote Marina waar mensen werken die het niet zo uitmaken waar de binnenkomende boten gaan liggen. We hebben met onze fietsen het stadje en de omgeving verkend. De prachtige granieten rotsen in de meest vreemde vormen en de mooie baaien in de verschillende blauwtinten vormen een heel mooi geheel. Het plaatsje ligt ook tegen de rotsen aan zodat je om bij het centrum te komen wel heuvel op heuvel af moet fietsen. Maar eenmaal boven word je verrast door prachtige pleinen en kleurrijke huizen. En ook veel winkels en restaurants op het plein en in de straten. Uiteraard, hoe kan het ook anders in Italië, veel ijswinkels met daarbij ook een terrasje en dan nemen we natuurlijk even tijd om het heerlijk ambachtelijk gemaakte ijs te proeven. Erg lekker!

Terug in de haven spraken we onze overbuurman, een Italiaan met zijn vrouw die een rib hebben en daarmee vaak varen naar verschillende leuke baaien en plaatsen in de omgeving. Hij vertelde ons dat Porto Pozzo een hele leuke baai is om te liggen, maar dat was wel 9 mijl naar het oosten, terwijl we eigenlijk naar het westen zouden moeten varen. Omdat we toch wel nieuwsgierig daar deze diepe cala waren, besloten we de volgende dag er heen te gaan. Hij vertelde dat het wel vrij ondiep is daar maar er zijn stukken geschikt voor ankeren die dieper zijn.

De volgende dag gingen we op weg naar Porto Pozzo. Bij aankomst werden we verrast door de diepe fjordachtige omgeving met op de rotsen prachtige grote huizen omzoomd door pijnbomen, olijfbomen, oleander en bouganville heel mooi. Het deed ons een beetje aan de diepe Noorse fjorden denken alleen dan met een warmer klimaat. We ankerden in het aangegeven gebied en merkten na een uurtje dat de boot begon te bewegen. Het anker was losgeraakt. Wat raar want we hebben een Rocna anker, juist aangeschaft omdat dit anker zich ingraaft in de grond. We hebben het nog een keer geprobeerd en weer ging het na een uur mis. Toen het anker boven water kwam bleken er veel waterplanten aan te zitten. De wind begon ook aan te trekken rond windkracht 6 en we besloten om maar een mooring (boei) te nemen. Deze waren daar ook beschikbaar dus de havenmeester aangeroepen, maar hij was druk met andere gasten, dus moesten we even wachten. Ze kwamen met z’n tweeën om ons te helpen met de boei omdat de wind nu wel erg stevige vlagen had. Gelukkig we lagen aan de boei, dat was toch wel fijn met deze sterke wind.

Na een goede nachtrust gingen we weer terug naar het noordwesten met als bestemming Isola Rossa, een schiereiland van rode steen, een tocht van ongeveer 30 mijl. We gingen alleen op de fok de fjord uit en buiten merkten we dat er veel hoge deining stond. De deining werd steeds hoger en langer, het leek wel of we op de oceaan aan het varen waren en de wind hadden we recht op de kop dus er viel niet te zeilen onder deze omstandigheden. We besloten daarom weer bij Santa Teresa di Gallura naar binnen te gaan en de volgende dag als de deining afgenomen is alsnog naar Isola Rossa te varen. Omdat we om een uur of tien al binnen waren hebben we de dag ingevuld door op onze elektrische “paarden” de omgeving even lekker te verkennen. Bergop werd Hanjo door mij ingehaald en bergaf ging hij drie keer zo hard. Die wegen lopen zo steil omhoog en omlaag dat ik de afdaling met de fiets even wat rustiger aan deed, omdat mijn hoogtevrees hier om de hoek kwam kijken. Ook vanuit de haven zijn we nog omhoog naar de kust gefietst vanwaar we uitzicht hadden op de zee en Corsica.

 

Passion spreuk: 

“Je raakt nooit verdwaald. Je doet er hooguit wat langer over om je bestemming te bereiken.”