Niet alle Cala’s zijn prettig om in te overnachten. Soms tref je het dat er heel veel boten in een cala voor anker zijn gegaan en overdag is dat nog geen probleem. Want dan is de wind over het algemeen niet heel krachtig, maar vrijwel elke middag als het eiland of het vaste land goed is opgewarmd ontstaat er wind. Wanneer het achterland uit hoge bergen bestaat, wat op veel eilanden het geval is, komen er valwinden vanaf de bergen de baai in waaien en dan meten we vaak vlagen van meer dan 20 knopen. Tegen de nacht wordt de wind wat minder en dan is een overnachting in de baai prima.

 

Het azuurblauwe water in de diepere stukken en de turquoise kleur bij de ondiepe stukken met zand als ondergrond is niet alleen adembenemend mooi, maar ook handig als je in een baai wil ankeren. Door de helderheid en kleur van het water rondom de eilanden weet je waar de de goede stukken zijn om te ankeren. In het diepere azuurblauwe water is de bodem ook vaak begroeid met Zeegras (Posidonia) en als je anker daarin terecht komt dan kan het anker zich niet of slecht ingraven. Dan gebeurt het regelmatig dat het anker gaat slepen (dragging) en moet je weer opnieuw de hele procedure starten.

 

 

Als de wind ’s nachts wegvalt, wat eigenlijk altijd gebeurt, dan draait op een gegeven moment de boot dwars op de vaak doorstaande deining. Ook al weegt onze boot 13 tot 14 ton toch zorgt de deining er dan voor dat je gedurende de nacht steeds wakker wordt omdat je bijna je bed uit rolt. Dus een tweede nacht hier leek ons geen goed idee met deze windrichting.