Dag 4

 

De praktijk van de tandarts bevindt op een paar minuten lopen van de haven en Hanjo gaat om kwart voor negen op pad.

Na een half uur komt hij terug, “Zo snel gebeurd?” vraag ik. “Nee, hij heeft even gekeken, ik heb voor vanmiddag een nieuwe afspraak.”

 

Dan gaan we maar met z’n vijven de stad in. Ook dit plaatsje is best sjofel. Aan de haven is een visafslag en als we daar voorbij zijn zien we iets wat op een markt lijkt. De markt op dus, altijd leuk. Maar vol verbazing lopen we langs stalletjes waar afschuwelijke verlichting wordt verkocht, echt spuuglelijke lampen, plafonnières met keiharde witte led-lampjes. Als je van ongezellig licht houdt ben je hier aan het goede adres.

In een andere stal wordt kleding verkocht, op lange tafels liggen bergen textiel, alles €3,-
Als je iets zoekt is het de bedoeling om in de stapel te graaien en het kledingstuk van je keuze uit te zoeken. In sommige stadsdelen in Amsterdam heb je de Wibra of de Zeeman waar op dezelfde manier gewinkeld wordt, maar op deze markt is de overtreffende trap van de graaibak te vinden.

Verder is de markt erg groot en staan aan het begin en het eind alle beschikbare hulptroepen paraat. Ambulancepersoneel, gemeentepolitie, carabinieri, brandweer, alle instanties staan in hun operette uniform klaar voor hulp.

Een paar straatjes verderop weer een verassing “Cannabis Store Amsterdam” staat er op de gevel van een winkeltje dat vandaag gesloten is, als Amsterdammer gaat je hart dan toch iets sneller kloppen, toch? Het is net thuiskomen, hier in Crotone. Maar toch vraag ik me af of we blij moeten zijn met het beeld dat in het buitenland over de hoofdstad bestaat.

Als we in de middag klaar zijn met slenteren gaat Hanjo naar de tandarts voor zijn behandeling, na een uur komt hij glunderend terug met een nieuwe (nood)kroon en een rekening die zo laag is dat je je afvraagt of er wel iets is gedaan. Hanjo was zeer te spreken over de tandarts dus wat de kroon betreft, eind goed al goed.

In de avond weer op zoek naar een geschikt restaurant, ik wilde eens een pizza eten in Italië dus werd er gezocht naar een pizzeria. Die zijn er daar zat, maar de reisleiding keurde alles af. Maar we vonden een tentje aan de boulevard waar de pizza achteraf geen pizza was maar een soort dikke flammkuchen. Best smakelijk, maar niet helemaal wat we verwachtten. Nou ja, misschien kom ik nog eens in Italië voor een echte Italiaanse pizza.

 

Dag 5

Onderweg naar de volgende plaats. Het weer blijft instabiel maar we houden het droog, we moeten een hele dag varen en soms valt de wind weg en moet de motor aan.

Om een beeld te geven van de route vandaag; we varen in het stuk water van de zool van de laars naar de hiel.

 

Als ik beneden een tukkie doe is er nog een kortstondige ontmoeting met een tegenliggende zeeschildpad, het ging te snel om foto’s te maken, bovendien zie je daar niet veel van op een foto.

Later trekt de wind aan en wordt het ineens een stuk kouder, we moeten nog een mijl of 5 naar de haven maar we gaan niet droog aankomen want het begint te regenen. Als de eerste druppels vallen ga ik snel naar binnen om mijn zeilpak aan te trekken, en binnen een minuut zitten we in een wolkbreuk zonder weerga. Als Hanjo en ik onder de abri staan te schuilen valt er ineens een meesje aan boord. Het arme dier is kletsnat en klimt in mijn broek en houd zich daar stevig vast. Dan springt hij naar Hanjo’s broek, krijgt geen houvast en valt onderin de ruimte waar het stuurwiel draait. Ik haal het beestje er uit en breng hem voorzichtig naar voren en zet hem in de luwte van de buiskap. Een juveniel meesje(*) zo te zien, hij heeft een wond boven op zijn kop en zit te bibberen. Hij is schichtig en kijkt angstig naar die grote mannen met hun zeilpakken.  Na een half uur doet hij een poging om weg te vliegen maar dat mislukt en hij komt weer bij het stuurwiel terecht. Ik pak hem op en breng hem weer naar voren. Menno pakt een schoen en een doekje en zo proberen we een veilig warm plekje voor hem te creëren. Het arme dier is bang, nat en wil naar huis. Wij, vaders, zijn bezorgd om het kwetsbare diertje en willen hem het liefst tot de haven bij ons houden. Maar als we een halve mijl van het land verwijderd zijn kiest hij toch voor zijn vrijheid en fladdert weg. We weten niet of hij de goede richting uitgaat en zullen helaas tot in lengte van dagen bezorgd blijven om het lot van onze gevederde verstekeling.

Verder gaat de reis voorspoedig. Nog een paar mijl te gaan en zo komen we op tijd aan in de haven van Santa Maria di Leuca.

Tijd voor wat bootonderhoud, het is half bewolkt en dus prima weer voor een poetsbeurt. We gaan de hele bovenbouw cleaneren en in de was zetten. Een karwei van een paar uur dat tot volle tevredenheid verloopt, de boot ziet er weer tip-top uit.

 

Aan de kade is een brandstofpompgebouw, we hebben diesel nodig, maken los van de steiger en wachten op het water tot de boot die wordt bijgetankt klaar is.

De havenmeester gebaard dat we voor de boot aan de kade mogen liggen. Als we aan wal stappen kunnen we even goed naar de prachtige Engelse tweemaster die wordt bijgetankt kijken. De schipperse loopt druk over de kade en roept om de paar tellen hoeveel liter er al is getankt, “twenty, twenty five, thirty, thirty five…” enzovoort. Interessante vrouw, maar waarom dat geschreeuw over de kade?

Als we ze spreken blijkt dat ze dezelfde kant als wij opgaan. We zullen ze later nog eens tegenkomen. Er is ook een andere vrouw met een baby, wat een onderneming met een kleintje aan boord!

 

Dag 6

Op weg naar Griekenland!

Het weer is een stuk beter vandaag, we moeten een 60 mijl afleggen en de reis verloopt gewoon vlot. Geen gekke dingen meegemaakt. We maken goede snelheid en kunnen alles over dezelfde boeg varen, hoeven geen rif te steken en de motor hoeft ook niet bij.

We zonnen wat en gaan verder met ons dagelijks geouwehoer.

 

Als we na enkele uren in Griekse territoriale wateren komen is het tijd om de gastenvlag in het want te vervangen. Peter haalt de verse Griekse vlag en verwisseld het met de Italiaanse vlag die hij een paar maanden eerder heeft gehesen, het vlaggetje is aan het rafelen en was sowieso aan vervanging toe.

 

Na nog een paar uur varen doemt de bestemming van vandaag op. Nisi Erikoussa is een minuscuul eiland benoorden Corfu, er staan wat huizen, er zijn 3 stranden er is een haven en het is er heerlijk rustig.

De haven is fonkelnieuw, alles ziet er fris uit en er is een man op de kade bezig de bolders te schilderen.
We worden door een vrolijke havenmeester verwelkomt, hij wijst waar de faciliteiten zijn en we mogen ons inschrijven wanneer het ons uitkomt. Heel relaxed allemaal hier op deze speldenknop.
De zon schijnt ook weer eens en we nemen een biertje in de kuip om de aankomst in het Griekse te vieren.
Ik besluit het douche gebouw te inspecteren, alles is er nieuw en schoon. Maar de toiletpotten doen mij denken aan die van mijn kleuterschool, qua grootte dan. Als je er op plaats neemt zitten je knieën zo’n beetje ter hoogte van je oren, hm, uiteraard staat er een prullenbakje naast voor je wc-papier. Niet door de pot spoelen, de Grieken hebben overal in hun gigantische archipel dezelfde iele riool infrastructuur, niet geschikt voor de moderne westerse mens. Ook de douches zijn typisch Grieks, de douchekop hangt los aan de slang en kan niet worden opgehangen, het is de bedoeling het in één hand te houden en je met de andere te wassen. Ik zal er nooit aan wennen.

Als het etenstijd is gaan we op pad om in het dorpje iets eetbaars te vinden, de havenmeester was bij navraag niet enthousiast over de horeca dus we zijn op ons hoede.
Het dorpje is echt piepklein en de middenstand is nog bezig met voorbereidingen voor het toeristenseizoen. Bij het laatste etablissement staat op een bord “Gyros”. Daar zijn we wel aan toe en er wordt met tafels geschoven zodat we met z’n vijven plaats kunnen nemen.
Vlot wordt de bestelling opgenomen en binnen een mum van tijd is de tafel gevuld met heerlijkheden, wat een goddelijke tzatziki, wat een lekkere Griekse salade, wat een heerlijke feta en wat een goed vlees! Ik denk dat de havenmeester hier ook eens moet gaan eten!
We eten onze buiken helemaal rond, wat geen probleem is want dat waren ze al (oké behalve die van Johann) en we zitten na een uur te puffen met een volle maag. Heerlijk gegeten, dat is voor mij een flink deel van de charme van Griekenland.