Dag 7

Vandaag op weg naar Corfu, wederom een flink stuk varen maar het weer is redelijk en de zon laat zich af en toe tussen de wolken door zien.
Als we bij de haven komen blijkt het een giga marina te zijn met 1100 ligplaatsen, veel mega jachten, de Dehler 47 is hier maar een gewoon bootje…
Nadat we hebben aangelegd moet Hanjo gelijk aan de bak om douane en belasting formaliteiten te voldoen. Hij is er werkelijk uren mee bezig en moet steeds terug naar de boot om van alles uit te printen. De documenten worden voorzien van een dozijn stempels en uiteindelijk weet je niet waar je voor tekent. Voor hetzelfde geld staat er dat je boot na drie weken verbeurd wordt verklaard, het is alles in het Grieks, een taal die wij niet machtig zijn.

Over een week, als wij (Peter, Menno, Johann en ik) weer terug in het vaderland zijn zal Hanjo hier op Corfu een aantal zakenrelaties ontvangen. Hiertoe heeft hij een “huisje” gehuurd als onderkomen. Hanjo wil alvast op zoek naar de villa en ik besluit om mijn wandelschoenen aan te trekken. Ik heb twee paar schoenen mee, mijn bootschoenen en een paar wandelschoenen waar ik al 5000 kilometer mee heb gelopen (> 5.000.000 stappen, ik ben daar best trots op).
De wandelschoenen zijn qua modieusheid niet echt cool maar ik ken Hanjo en vermoed dat we meer gaan lopen dan ik op mijn bootschoentjes aankan. Hanjo is een uitstekende navigator, ik vertrouw hem op zee voor 100% maar op land is het een andere zaak… (zie dag 1) 
Hoog in de heuvels staat een prachtige villa die ik boven de bomen zie uitsteken, voor de grap zeg ik tegen Menno “Zal je zien dat we daar heen moeten…”


Met de telefoon in de hand loopt de schipper vooruit op zoek naar de villa. We steken een drukke straat over en langzaam begint de weg omhoog te glooien. Ik hoor Hanjo mompelen dat we dan maar dit weggetje in moeten. We slaan een geitenpad in dat met een behoorlijke helling omhoog loopt. Het paadje is niet de juiste en we slaan een ander pad in. Het is al behoorlijk warm op het land en ik begin te zweten. Mijn 5000 kilometer heb ik voornamelijk horizontaal belopen en mijn kuiten zijn niet gewend aan steile hellingen. Dan komen we op een kruidenpaadje, ik zie wilde bloemen als kattenstaart, teunisbloem en een harig wilgenroosje dat een diep verlangen oproept. Het pad gaat verder omhoog, Ik loop met Menno achteraan en zie wel waar we naar toe gaan, ik weet toch wel dat we nog een aantal keren verkeerd gaan lopen.
Links tussen het struweel staat een onafgebouwde villa, een betonnen karkas waarvan de ijzeren bewapening verroest naar de hemel wijst, dit zal niet de bedoelde villa zijn en we lopen verder. Het pad gaat verder omhoog en voorop blijft Hanjo naar zijn telefoon gluren.
We slaan een nieuwe bocht om en zien het pad nog steiler omhoog kruipen, mijn kuiten ploffen zowat uit elkaar maar de gedachte aan het harig wilgenroosje houdt me gaande. Eens zullen we weer naar beneden moeten. Na nog een paar bochten houden we stil op een kruispunt. Hanjo kijkt vertwijfeld naar de navigatie op zijn telefoon, hij draait de telefoon een kwart slag en nog een kwart slag net zolang hij weer in de originele positie staat. Het helpt allemaal niet “Hier ergens zou het moeten zijn” zegt hij. Wij hopen het ook, maar het ziet er niet naar uit dat het hier is. Dan bemoeit Menno zich er mee, via wat slimmigheden vindt hij de website waar de villa wordt aangeboden en in de app kan je ook naar dat doel navigeren “zie je wel, het is dáár” zegt Menno en wijst naar een villa 300 meter aan de andere kant van de heuvel. Vanaf het punt waar we nu staan is het onmogelijk om daar te komen dus we beginnen langzaam aan de afdaling terug naar waar we begonnen waren. Als we op het kruidenpaadje lopen snuif ik nog even de heerlijke geur en mijmer weg. Nee Hanjo, landnavigatie is niet jouw ding zal ik maar zeggen, laat dat maar aan padvinders als Menno over. Op zee mag je wel, daar zal het niet gebeuren dat we in een verkeerde haven terecht komen en de schipper zegt; “Hier zou het ergens moeten zijn…”.

Onverrichter zake belanden we weer bij de drukke verkeersweg, we duiken in de supermarkt die daar is, slaan wat leeftocht in en gaan terug naar de marina.

 

Dag 8

Bootschoenen aan! We gaan een stukje zeilen!
Er staat een lekker briesje, dat is een eufemisme want het waait een dikke 5 beaufort. In de verte zien we Corfu stad al liggen. We passeren een eilandje aan bakboord en over de andere boeg zien we een modern marine fregat aangemeerd aan de kade. Een ferry steekt vlak voor ons over en ook een vloot dinghy’s durft de wind en de golven aan.
De koers naar ons doel is net niet bezeild en we bereiden ons voor om overstag te gaan. Het is wel raar dat we de hele reis nog niet één keer overstag zijn gegaan, we hebben iedere dag alles over één boeg kunnen varen. Dus we zijn wat roestig in de boat handling en checken of alles klaar ligt. De overstag manoeuvre verloopt vlekkeloos, prima gedaan voor de eerste keer…

Dan ruimt de wind, de koers blijft bezeild. Wel neemt de wind toe, we zien 30 tot 35 knopen wind op de windmeter. De boot helt steeds verder maar blijft lekker lopen.
Tot de helling te veel weerstand geeft en we nu eigenlijk zeil moeten minderen. Dan roept Hanjo “ja mannen, steek maar een rif” en onmiddellijk komen we van onze plaats om alles voor te bereiden. Als de grootzeilval wordt gelost en de smeerreep wordt aangehaald raakt alles in de knoop. Johann en Hanjo rukken aan bakboord aan wat lijnen en wij aan stuurboord. Dan staat de fok ineens bak, snel afvallen en opnieuw proberen.
Weer staat de fok bak en klapperen de zeilen met wild geraas. De windmeter geeft vlagen tegen de 40 knopen aan en we krijgen de boel niet onder controle.

Dan roept de schipper “Haal de boel maar naar beneden, zinloos dit”. We zijn op vakantie en niet alert genoeg om zeil misère het hoofd te bieden.

De motor gaat aan, de zeilen worden ingerold en opgedoekt en in de, nu harde wind, varen we verder richting de baai van Petriti.

De tocht in de vlagerige wind duurt nog een kleine twee uur terwijl de zon tussen de wolken door af en toe haar kracht laat voelen.

Als we de beschutte baai bereiken wordt het anker neergelaten en is er rust.

Tijd voor versnaperingen. Bier, pinda’s en worst. Zo’n tochtje maakt hongerig.

Om ons heen liggen nog meer boten achter hun anker, er verschijnt een nieuw jacht met aan dek een stel jonge, gezien hun vlag, Schotten. Ik dacht eerder aan een IJslandse punk band gezien het uiterlijk van de bebaarde ginger op de boeg en de leadgitarist in kuip.

De stuurman zoekt een mooi plekje en ze laten hun anker vallen. Maar het anker houdt niet en langzaam krabben ze achteruit. Het anker wordt weer opgehaald en ze zoeken een nieuw plekje. We aanschouwen het kijkspel met veel genoegen. Altijd leuk om een ander in de problemen zien te geraken. De punk band blijft nog een uur op die manier aanmodderen voordat ze uiteindelijk besluiten om maar aan de kade te gaan af te meren.

 

Wij liggen prima, 300 meter verderop is het dorpje Petriti en vanaf de kade klinkt harde muziek en zien we vrolijke verlichting dansend in wind.
We gaan barbecueën, Peter en ik duiken in de kombuis voor de mise en place en Hanjo monteert de speciale boot barbecue op de preekstoel.

Hanjo, onze grill meister, grilled met het grootste gemak aubergines en vlees tot in perfectie gaar, deze preekstoelbarbecue doet het beter dan de duurste buitenkeuken.


Het waait net te hard om in de kuip te eten dus wordt de tafel in de kajuit gedekt en schransen we de heerlijkheden binnen op.

Later neemt de wind steeds meer af en het wordt zelfs rustig, de wind gaat liggen en we zien ook de bewolking steeds dunner worden, we gaan een rustige ankernacht tegemoet.

 

Dag 9

Als ik om zes uur wakker wordt en opsta is ook Hanjo wakker, Hanjo staat in de kuip en fluistert “pssst, Jeroen, kom kom!” Ik kom aan dek en in de verte is de mooiste zonsopgang ooit te zien. De bergen aan de overkant zijn gehuld lichte mist en de flanken geven honderden grijstinten en in het midden daarvan komt de zon op in een waanzinnige gloed van gele, oranje en rode kleurschakeringen, het is spectaculair. Snel ga ik naar binnen om een camera te pakken en te fotograferen. Als ik weer boven kom is de gloed al wat minder maar lukt het toch om wat mooie plaatjes te schieten. Ik pak ook de Nikon van Menno om met de zoomlens dichterbij te komen en schiet op goed geluk wat foto’s. Een van de meest sensationele zonsopgangen die ik ooit heb gezien, je zou er ter plekke religieus van worden.

We zijn allemaal goed uitgerust, het is heerlijk slapen achter een anker, de wind was volledig weggevallen en de zee was als een spiegel zo glad. Je eigen bedje is er niets bij.

Als we op ons gemak hebben ontbeten gaan we rustig aan weer verder varen. Corfu stad is vandaag ons doel, nog twee dagen te gaan en we willen onze tijd optimaal benutten.

De wind steekt een beetje op en we hebben hem vandaag van achteren. Misschien wel een spinnaker rak vandaag? Maar we zijn te lui en te loom, te veel in vakantie sferen en de gedachte aan die hele heisa met de spinnaker…

Dan maar gewoon de giek lekker naar buiten en zo laten we ons door de wind meevoeren.
Maar de wind doet de hele reis al blèh tegen ons, ook vandaag weer.

Zoals we gisteren constateerden dat we de hele reis niet één keer overstag zijn geweest, moeten we vandaag misschien wel gijpen, dat zou ook de eerste keer zijn.

Pal voor de wind varen we. Het grootzeil neemt alle wind van de fok weg en die gaat uiteraard zijn eigen weg en flappert naar de verkeerde boeg. We doen snel een gecontroleerde gijp en varen over stuurboord verder. Als we na een kwartiertje achterom kijken zien we een ander schip achter ons met dezelfde koers maar de zeilen over bakboord. Een heel raar gezicht, iets dat ik wel ken van het IJsselmeer maar niet had verwacht het ook op de Ionische zee te ervaren.

Al spoedig bereiken we Corfu stad, we vinden het leukste haventje en meren af aan de voet van een oud fort.

 

Dag 10

De laatste dag, morgen vliegen we terug en moeten we Hanjo helaas alleen achterlaten.

Wij prijzen ons gelukkig dat het vandaag stralend weer is, de mooiste dag tot nog toe. Al vroeg brandt de zon in de kuip en terwijl ik wacht tot er vers brood is gehaald ga ik vast het oude brood aan de vissen voeren. In het heldere water zwemmen dorades, zeebaarzen en andere vissen onder de boten door. Als ik een homp oud brood in het water gooi komen er honderden vissen op af en binnen een mum is het weggevreten. Een leuk tijdverdrijf want het water gewoel is een feest voor het oog.

Na de brunch is het tijd om te verkassen, we gaan op weg naar een leuk ankerplekje in de buurt van de grote marina waar we de laatste nacht gaan doorbrengen. Als we het leuke haventje uitvaren kunnen we Corfu stad nog even goed bekijken. Badend in het zonlicht herkennen we de gebouwen waar we gisteren nog langs liepen. We zien het strandje waar een priester zijn kleren uitspoelde en boven op het fort wappert de Griekse vlag in de zon.

Het tochtje duurt een klein uur, we varen rustig op de motor en bij de ankerplek aangekomen is al snel de boel gereed en ligt het anker veilig op de bodem.
Peter is zo dapper om een stukje te zwemmen, het water is ca. 19 graden, niet echt aangenaam en mij niet gezien, koukleum van huis uit.

Heerlijk zonnen op een wiegend schip, ik kan het iedereen aanbevelen. Aan de overkant van de marina is een schiereiland met een paar van de mooiste huizen van Corfu. Wat een schitterende plek om te wonen.
Maar ik voel me ook de koning te rijk vandaag, een dag uit het leven van de happy few, en zo voelt het al de hele reis.

 

Dag 11

Tijd om in te pakken, ik zoek de spulletjes die ik op strategische plaatsen  overal in de kajuit heb geplaatst en vul mijn rugzak. Gek is dat, het past ineens niet meer allemaal. Menno heeft een surplus aan ruimte in zijn roltas en ik mag de vrije ruimte benutten met textiel (en m’n zakmes!) die niet meer in mijn handbagage past..

Als we de steiger zijn afgelopen staat er al een taxi klaar en worden we in een kwartier naar de luchthaven gebracht.
Hanjo heeft nu de rol van TUI hostess, hij brengt de ons, de oude bemanning, en in de binnenkomende vlucht zit de nieuwe bemanning. Als we na de check-in bij de security aankomen is het tijd om afscheid te nemen. We doen dit lekker vlot want een man mag niet huilen.

We kijken terug op een fantastische reis, eentje waar we nog jaren van kunnen genieten, want iedere reis is er weer eentje die op de stapel van verhalen we we samen in de loop van de jaren hebben verzameld gaat.

Dag Hanjo, tot de volgende keer en nog veel plezier op de rest van je reis! Ik hoop nog eens mee te kunnen als het randgebeuren van mijn perifere toestand het toelaat.