Ons volgende traject in de Ionische Zee was naar het dichtbij zijnde eiland Kefalloniá. Vanuit Zakynthos kwamen we aan bij de zuidkant van het eiland. Dat was leuk want we hadden een paar jaar geleden met de auto een rondrit over het eiland gemaakt. Toen reden we door de plaatsen langs de kust en nu herkenden we de plaatsen vanaf de zee. Grappig dat je dan vanaf het water weer een taverne langs het strand ziet waar we destijds hadden geluncht. Onze bestemming was het plaatsje Sami in een grote baai. We zijn daar vaker geweest en het is een toeristisch plaatsje van waaruit de veerboten naar de Peleponnesos en Ithaka varen.

Als je in het centrum van het plaatsje bent maak je toch ook weer het echte Griekse leven mee. De haven heeft twee havenmeesters. De oude havenmeester die op zijn elektrische motor zo af en toe langs de boten rijdt en zijn zoon die de boten ontvangt en enigszins begeleid. Leuk om er zo nu en dan even te zijn. Aan de overkant van de haven is een strandje waar de inwoners in de vroege ochtenduren een duik nemen. De dames houden het bij zwemmen met een hoedje op en de heren duiken daar lekker in het water. Daarna volgt de douche op het strand en de dag kan beginnen.

 

Vanuit Kefalloniá hadden wij het plan om naar “groot Vathy” op Ithaka te gaan. Er was onweer op komst dus kwam een beschutte plek aan de kade ons heel goed uit. Gelukkig waren er ondanks twee flottieljes met elk 4-5 boten nog net genoeg plaatsen voor twee boten Allegra en Passion. Er is een heel leuk strandje op een kilometer afstand waar je lekker kunt zwemmen en zonnen. Het is daar heel rustig en je hebt ook prachtig uitzicht op verschillende hoge en wat lagere bergen, die ook langs de grote baai te vinden zijn. Bij de kade zijn twee tavernes. Eén waar je een drankje en een lunch kunt gebruiken en de andere die groter is met uitgebreide kaart en veel tafels zowel binnen als buiten. We hebben bij de grootste heerlijk gegeten en ’s nachts werden we inderdaad nog wakker door het verwachte onweer, maar dat trok ook weer snel weg.